Het beleid voor het bevorderen en beter gebruiken van lopen als vervoerswijze heeft duidelijke doelstellingen nodig. Daarna kunnen aan deze doelstellingen maatregelen worden gekoppeld.
Doelen bepalen
Zoals bij de Analyse van de situatie is aangegeven, moet eerst duidelijk zijn hoe groot de potentie voor lopen überhaupt is en welke stappen een overheid kan nemen om deze potentie te verhogen en daar weer concrete doelen van te maken: zo kan via ruimtelijke ordening en economie een doel worden geformuleerd om te zorgen voor meer activiteiten en voorzieningen op loopafstand. Via het sociaal domein kan worden gestreefd naar activering van bewoners om – eventueel met hulpmiddelen – vaker de deur uit te gaan. Openbare orde en veiligheid zijn essentieel om te zorgen voor een veilig gevoel op straat voor iedereen. En natuurlijk zal bij het ontwerp, het beheer en onderhoud van de loopinfrastructuur een heldere minimumnorm moeten worden gehaald voor de deur-tot-deurverplaatsing van voetgangers en rolstoelers.
Set aan mogelijke maatregelen
De basisvoorwaarde voor meer lopen is de ruimtelijke ordening; de keuzes die worden gemaakt over de locaties van wonen, werken en voorzieningen bepalen de onderlinge afstanden. Voor lopen mogen deze niet te groot zijn. Het verkeers- en vervoersbeleid van een gemeente zal daarom goed moeten worden afgestemd met het algemene ruimtelijk beleid. Belangrijke argumenten om het lopen een centralere plek te geven in omgevingsvisies zijn bekend: het vergroot sociale cohesie, het stimuleert de lokale economie, het geeft meer ruimte voor vergroening, wat bijdraagt aan klimaatadaptatie, en het vermindert de auto-afhankelijkheid van inwoners waardoor er minder ruimte nodig is voor auto’s in het straatbeeld.
De kennis van CROW richt zich voornamelijk op de inrichting van de openbare ruimte: hoe goed voldoen de looproutes aan algemene eisen, zoals aantrekkelijkheid, comfort, oponthoud, etc.? Dit geldt ook voor looproutes naar ov-haltes en hubs voor deelmobiliteit. Dit vraagt ten eerste een goed ontwerp, dat de ruimte geeft aan actieve mobiliteit. Hiervoor is het STOMP-principe geïntroduceerd. Niet alleen het dwarsprofiel (hoeveel breedte heeft iedereen) maar ook zaken als oversteekbaarheid van drukke wegen horen daarin te worden meegenomen. Naast het ontwerp is een goede uitvoering van belang, zoals de vlakheid van straatwerk en de hellingshoeken van op- en afritten van rolstoelen. In de gebruiksfase is het vrijhouden van de looproutes van reclameobjecten en foutief geplaatste deelvoertuigen nodig.
Publicaties en hulpmiddelen
- Ontwerpwijzer voetgangers
- Toolbox Loopbeleid
- Handreiking mobiliteit en duurzame gebiedsontwikkeling
- Brochure STOMP
- Aanbevelingen voor Verkeersvoorzieningen Binnen de Bebouwde Kom (ASVV)
- Inzicht in acceptabele loopafstanden
- CROW Openbaar vervoer
- Juridische sturingsinstrumenten voor een loopvriendelijke omgeving
- Looproutes: handleiding en tools
- Oversteekverkenner
Delen via