Sla navigatie over
afbeelding

Prestatiemeting in de OR; zinnig of onzinnig?

10 september 2018

Thema Assetmanagement

Thema Datagedreven assetmanagement

In de eerste blog van de blogserie over de nieuwe CROW-benchmarksystematiek trapt Harro Verhoeven van CROW Team Openbare Ruimte af met zijn visie over benchmarken en prestatiemeting.

Deze week las ik in de krant een column over de zin en onzin van prestatiemeting. De schrijver gaf het voorbeeld van Eva, die werkt in het onderwijs en van haar schoolbestuur, ervoor moet zorgen dat de schooluitval binnen een periode van 12 maanden wordt teruggebracht tot 10 procent onder de landelijke benchmark.

Het schoolbestuur denkt dat je met SMART prestatiedoelen meer succes boekt dan met vage doe-je-best-doelen. Het probleem is echter dat het verzuim afhankelijk is van allerlei externe factoren, en dat Eva druk bezig is met de verzuimregistratie en minder tijd heeft om de kinderen te helpen. Dan heeft prestatiemeting inderdaad niet veel zin.

Hoe werkt dat voor het beheer van de openbare ruimte? Is het zinvol om beheerprestaties te monitoren, of is het beter om gewoon je best te doen? Ik zie dat veel beheerders van de openbare ruimte niet veel aan prestatiemeting doen. Er wordt wel veel geïnspecteerd, maar dat is grotendeels gericht op de uitvoering van het beheer en niet om de geleverde prestaties te monitoren, te evalueren en bij te sturen.

Harro Verhoeven

Er worden wel landelijke benchmarks georganiseerd op het gebied van schoon, groen en verhardingen, maar helaas doen lang niet alle gemeenten daar aan mee. Waarschijnlijk komt dit doordat het verzamelen van de benodigde data altijd een hele klus is en er meer wordt gediscussieerd of de gemeten prestatiecijfers wel kloppen, dan dat er wordt gezocht naar punten waar je van anderen kan leren en jezelf kan verbeteren.

De benchmarksystematiek

Prestatiemeting is volgens mij pas zinvol als aan twee voorwaarden is voldaan:

  • Het meetresultaat zegt ook echt iets over de geleverde prestatie
  • Het meetresultaat is bruikbaar om je werkwijze te verbeteren.

Daarom ben ik blij dat CROW deze maand september een benchmarksystematiek voor beheerprestaties in de openbare ruimte publiceert. Deze benchmarksystematiek heeft al veel draagvlak: zij is gemaakt in een unieke samenwerking van de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en Arnhem plus de benchmarkorganisaties NVRD, WUR Alterra en Antea Group.

Omdat de systematiek gebruik maakt van de landelijke standaarden voor BGT-IMBOR, het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de CROW-beeldkwaliteit en -wegbeheersystematiek wordt optimaal aangesloten bij de bestaande administraties van gemeenten.

Leren van elkaar

Mijn verwachting is dat hierdoor de dataverzameling steeds eenvoudiger en betrouwbaarder wordt en er steeds meer aandacht kan uitgaan naar het leren van elkaar (bench learning). Zo wordt prestatiemeting voor beheer openbare ruimte echt zinvol!

Dus beheerders kom op! Doe vanaf volgend jaar allemaal mee aan een benchmark volgens de CROW-benchmarksystematiek en laat zien wat je presteert. Dan kunnen alle bestuurders zien dat het beheer van de openbare ruimte in Nederland op een hoog niveau staat, en dat jullie bereid zijn om je nog verder te verbeteren door te leren van elkaar.

Harro Verhoeven, CROW Team Openbare ruimte.

N.B. Tijdens de Vakbeurs Openbare Ruimte op 26 en 27 september a.s. vertelt Harro Verhoeven over de dertien Zeeuwse gemeenten die gezamenlijk werken conform de CROW-benchmarksystematiek.

Delen via