Sla navigatie over
afbeelding

Optimalisatie scheurpatroon in DGB-verhardingen door scheurinitiatie

19 mei 2016

Thema Assetmanagement

Thema Wegontwerp en weginrichting

Lambert Houben en Dongya Ren omschrijven in hun bijdrage voor de CROW Infradagen de ontwikkeling van het scheurpatroon op proefvakken op de E17 en E313 in België.

scheurpatroonIs het mogelijk om het scheurpatroon in doorgaand gewapende betonverhardingen (DGB) te optimaliseren? Deze verhardingen, waarbij geen dwarsvoegen worden toegepast, worden met name in België frequent toegepast bij de (re)constructie van zwaarbelaste wegen,  zoals autosnelwegen. Essentieel voor een goed structureel gedrag van een DGB-verharding op de lange termijn (30-50 jaar) is een optimaal scheurpatroon. Dit betekent geringe scheurwijdten en weinig kleine en grote scheurafstanden.  De scheurvorming wordt gereguleerd door een krimpwapening; deze moet resulteren in een patroon van regelmatig verdeelde fijne scheuren. 

In onze bijdrage voor de Infradagen 2016 is de ontwikkeling van het scheurpatroon op proefvakken op de E17 bij Gent (aangelegd in 2011) en op de E313 bij Herentals (2012) in België vanaf het moment van aanleg beschreven.  De metingen zijn uitgevoerd in het kader van het promotieonderzoek in 2015 van Dongya Ren, werkzaam bij de TU Delft en medeauteur van de bijdrage.

Opvallend scheurpatroon op E17

Op de E17 zijn geen bijzondere maatregelen genomen om het scheurpatroon te optimaliseren. Dit resulteerde in nogal wat clusters van scheuren op geringe onderlinge afstand (minder dan 0,6 m) en ook scheuren op grote onderlinge afstand (meer dan 2,4 m). Geringe scheurafstanden kunnen leiden tot zogenaamde punch-outs.  Grote scheurafstanden resulteren in relatief wijde scheuren met het risico van indringing van water (met dooizouten).  Dit kan de wapening aantasten. 

scheurpatroonKorte dwarse zaagsneden helpen op E313 

Op de E313 zijn aan de zijkant van de verharding op regelmatige afstand (1,2 m) korte zaagsneden in dwarsrichting aangebracht, die als scheurinleider moesten fungeren en het scheurpatroon zouden moeten optimaliseren. Deze maatregel bleek effectief, omdat het overgrote deel van de scheuren inderdaad optreedt bij deze zaagsneden. Daardoor liggen de scheurafstanden overwegend binnen de preferente range van 0,6 – 2,4 m en zijn de scheuren nauw.
 

Eenvoudig en goedkoop

Ofschoon de DGB-verharding op de E313 nog maar vier jaar oud is, geeft het superieure scheurpatroon  door de korte dwarse zaagsneden alle vertrouwen in een goed resultaat op de lange termijn. Toepassing van deze zaagsneden lijkt dan ook een eenvoudige en goedkope maatregel om duurzamere doorgaand gewapende betonverhardingen te realiseren. In  onze bijdrage voor de CROW Infradagen 2016 gaan we verder in op deze bevindingen.

Lambert Houben, Technische Universiteit Delft

Delen via