Thema Wegontwerp en weginrichting
Interview met Wim Dijkstra van de Provincie Overijssel over de veranderende mobiliteit.
In Overijssel is de provincie al twee jaar bezig met een ombouw/afbouw van het reguliere openbaar vervoer. Mede door urgentie vanuit een oplopend exploitatietekort, diverse maatschappelijke ontwikkelingen (vergrijzing, urbanisatie en digitalisering), en technologische ontwikkelingen veranderen de mobiliteitspatronen. Om een goed en volledig beeld te krijgen van vraag en aanbod ten behoeve van die nieuwe mix is op 7 maart 2016 de bijeenkomst Nieuwe mobiliteit georganiseerd. Waarom deze bijeenkomst? Wat was het resultaat? Wat heeft provincie Overijssel ervan geleerd? Hoe kun je als buitenstaander weten op welke plek vergelijkbare initiatieven spelen? Waaraan is nog behoefte? We interviewden Wim Dijkstra, die als strategisch adviseur openbaar vervoer bij de Provincie Overijssel is betrokken bij het Mobiliteitslab Overijssel.
In Overijssel zijn we al twee jaar bezig met een ombouw/afbouw van het reguliere openbaar vervoer. In eerste instantie ontstond de urgentie vanuit een oplopend exploitatietekort door bezuinigingen op de brede doeluitkering en stijgende kosten van het openbaar vervoer. We zien echter ook verschillende maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, urbanisatie en digitalisering, die leiden tot veranderende mobiliteitspatronen. Ook merken we binnen de mobiliteit diverse technologische ontwikkelingen met betrekking tot fiets en auto, en ook de toenemende populariteit van deelvoertuigen.
We zien de rol van het openbaar vervoer daarbinnen vooral op de sterke regionale vervoersassen, waar voldoende reizigersvolume is voor een openbaar vervoer met hoge kostendekkingsgraad en waar het ov ook een aantrekkelijk alternatief voor de auto kan zijn. In de landelijke gebieden buiten het kernnet, maar ook binnen de steden, zijn we samen met de samenleving op zoek naar een nieuwe mobiliteitsmix, passend bij de daadwerkelijke vraag in een gebied. Dat betekent minder focus op systeem en meer focus op maatwerk.
We merken nu dat het moeilijk is een goed en volledig beeld te krijgen van vraag en aanbod ten behoeve van die nieuwe mix. Veel nieuwe commerciële vervoersinitiatieven starten bijvoorbeeld in de randstad, terwijl er door het wegvallen van regulier ov buiten de randstad juist meer behoefte zou zijn. Wellicht zijn wij als overheid dan wel nodig om op een of andere wijze tot een positieve business case voor potentieel geïnteresseerde aanbieders te komen. Daarover willen we graag in gesprek.
En we hebben het idee dat mede door voortschrijdende ontwikkelingen een blijvend, flexibel platform of lab daartoe een middel kan zijn. Dat onderzoeken we nu.
Zo hadden we mensen uit o.a. de onderwijswereld, de ruimtelijke ordening, de ICT en de energie aan tafel. Het resultaat van deze eerste sessie is nog wat moeilijk te duiden. Het leverde in ieder geval de nodige input op voor de bijeenkomst op 22 april 2016, waar we hebben geprobeerd een stap dieper te gaan in de zoektocht naar nut en noodzaak van een mobiliteitslab.
Waarom deze bijeenkomst?
In Overijssel zijn we al twee jaar bezig met een ombouw/afbouw van het reguliere openbaar vervoer. In eerste instantie ontstond de urgentie vanuit een oplopend exploitatietekort door bezuinigingen op de brede doeluitkering en stijgende kosten van het openbaar vervoer. We zien echter ook verschillende maatschappelijke ontwikkelingen zoals vergrijzing, urbanisatie en digitalisering, die leiden tot veranderende mobiliteitspatronen. Ook merken we binnen de mobiliteit diverse technologische ontwikkelingen met betrekking tot fiets en auto, en ook de toenemende populariteit van deelvoertuigen.We zien de rol van het openbaar vervoer daarbinnen vooral op de sterke regionale vervoersassen, waar voldoende reizigersvolume is voor een openbaar vervoer met hoge kostendekkingsgraad en waar het ov ook een aantrekkelijk alternatief voor de auto kan zijn. In de landelijke gebieden buiten het kernnet, maar ook binnen de steden, zijn we samen met de samenleving op zoek naar een nieuwe mobiliteitsmix, passend bij de daadwerkelijke vraag in een gebied. Dat betekent minder focus op systeem en meer focus op maatwerk.
We merken nu dat het moeilijk is een goed en volledig beeld te krijgen van vraag en aanbod ten behoeve van die nieuwe mix. Veel nieuwe commerciële vervoersinitiatieven starten bijvoorbeeld in de randstad, terwijl er door het wegvallen van regulier ov buiten de randstad juist meer behoefte zou zijn. Wellicht zijn wij als overheid dan wel nodig om op een of andere wijze tot een positieve business case voor potentieel geïnteresseerde aanbieders te komen. Daarover willen we graag in gesprek.
En we hebben het idee dat mede door voortschrijdende ontwikkelingen een blijvend, flexibel platform of lab daartoe een middel kan zijn. Dat onderzoeken we nu.
Wat was het resultaat van deze bijeenkomst?
Deze eerste bijeenkomst (op 7 maart 2016) was vooral bedoeld om in beeld te krijgen welke beleidsvelden iets met mobiliteit hebben en welke partijen geïnteresseerd zouden kunnen zijn om mee te denken over de veranderende mobiliteit en mogelijke kansen tot onvermoede samenwerkingsverbanden om in te spelen op die veranderingen. We hadden daartoe bewust een aantal mensen uit andere sectoren, dan de ‘usual suspects’, vanuit de mobiliteit uitgenodigd.Zo hadden we mensen uit o.a. de onderwijswereld, de ruimtelijke ordening, de ICT en de energie aan tafel. Het resultaat van deze eerste sessie is nog wat moeilijk te duiden. Het leverde in ieder geval de nodige input op voor de bijeenkomst op 22 april 2016, waar we hebben geprobeerd een stap dieper te gaan in de zoektocht naar nut en noodzaak van een mobiliteitslab.
Wat hebben jullie ervan geleerd?
We hebben nogmaals ervaren dat het tijd kost om partijen mee te nemen in onze transitie. Dat hebben we ook al gemerkt bij onze gesprekken met gemeenten, dorpen en stadwijken in de afgelopen twee jaar. Meestal zijn er een drietal gesprekken of bijeenkomsten nodig voordat men echt voldoende inzicht in de problematiek heeft en er draagvlak en energie ontstaat om aan de slag te gaan met de transitie naar nieuwe mobiliteit. Ook nu zagen we sommige deelnemers nog wat aarzelend kijken, terwijl anderen al wel direct interesse toonden.Waaraan hebben jullie nog behoefte?
We hebben tijdens de sessie op 7 maart gehoord dat er al diverse vergelijkbare initiatieven in Nederland operationeel zijn. Dat wisten we zelf voor een deel ook al wel, maar toch raakt dit ook de kern van ons initiatief. Er is van alles gaande, maar het is soms erg moeilijk om al deze puzzelstukjes met elkaar te verbinden. Hoe kun je als buitenstaander weten op welke plek vergelijkbare initiatieven spelen? Even googelen lijkt logisch, maar welke zoekwoorden te hanteren ? We willen overigens graag aansluiten bij vergelijkbare initiatieven of gebruik maken van opgedane inzichten. Informatie daarover is van harte welkom.door de redactie
Meer informatie over het Mobiliteitslab Overijssel
Nadere informatie over het Mobiliteitslab Overijssel is te verkrijgen bij Paul Hoffschult (Bluemotive, paulhoffschult@gmail.com ), die namens de provincie dit project organiseert, of Wim Dijkstra (Provincie Overijssel, w.dijkstra@overijssel.nl ).
Delen via