Sla navigatie over
afbeelding

Inrichting en beheer horen onlosmakelijk bij elkaar

4 mei 2016

Thema Assetmanagement

Kortgeleden sloot Ton de Kok na een dienstverband van 37 jaar voor de laatste keer de deur van zijn kantoor bij de gemeente Helmond. In een interview met Ton blikken we samen terug op zijn carrière.

Kortgeleden sloot Ton de Kok na een dienstverband van 37 jaar voor de laatste keer de deur van zijn kantoor bij de gemeente Helmond. In die 37 jaar zag De Kok de samenleving - en daarmee zijn vak -veranderen. Meestal ten goede overigens. De terugblik van een bevlogen ambtenaar in de ruimtelijke ordening.

“Ik ben er al die jaren bij blijven studeren,” vertelt de Kok. “Mee veranderen wanneer de tijd daarom vraagt.” En al lerende veranderden de functies die De Kok bij de gemeente Helmond bekleedde mee. “Ik ben begonnen op de afdeling verkeer, later ging ik naar civieltechnische zaken, zat in de voorbereiding. Daar heb ik veel gedaan aan de herinrichting van wijken. Nog weer later werd ik projectleider uitvoering. Werkte ik aan bestemmingsplannen, aan het fietsroutenetwerk, het rioolnetwerk. Ik ben rond 2000 tijdelijk afdelingshoofd van het gemeentelijk ingenieursbureau geweest, senior projectleider en in 2003 - na de fusie tussen de diensten Stadsontwikkeling en Stadsbeheer - ben ik hoofd van die nieuwe afdeling Beheer Openbare Ruimte geworden. Nu, in mijn laatste jaar bij de gemeente Helmond, heb ik er nog even een schepje bovenop gedaan door tevens leiding te geven aan de afdeling Wijkonderhoud en Exploitatie. Zodat na mijn overdracht alles onder één regime valt. Veel beter.”

Eigen budgetten

Want als er één ding is dat in de jaren dat De Kok bij de gemeente Helmond werkte is veranderd dan is het de tegenstelling tussen de afdelingen inrichting en beheer. “Die zaten elkaar nogal eens in de weg,” stelt De Kok. “Die hadden dan eigen budgetten, maar werkten niet of nauwelijks samen. Mensen die over de inrichting van de openbare ruimte gingen dachten niet of nauwelijks na over het beheer en hoe dat het beste vorm kon krijgen. Rond het jaar 2000 stapte ik in het projectoverleg. Daar borgden we dat ook beheer een goede plek kreeg in alle plannen. Vanaf dat moment was er meer aandacht voor ontwerpbewust beheer en beheerbewust ontwerpen. Nadenken over voor wie je iets maakt en hoelang dat moet meegaan. Het samenvoegen van beide disciplines heeft in Helmond echt geholpen. Er is veel meer respect voor de beheerkant tijdens de planfase. Vroeger dacht men daar pas aan het einde van een traject over na. Dan werd er ergens een park aangelegd en dan zag je na verloop van tijd overal van die olifantenpaadjes ontstaan. Gelukkig is alles nu veel integraler geworden. Daar wordt de openbare ruimte beter van.

Eigenwijze mensen

“Kijk, ontwerpers, architecten. Dat zijn over het algemeen eigenwijze mensen die graag ergens hun persoonlijke handtekening onder zetten. En in Helmond hebben we een behoorlijk aantal hele goede ontwerpers ingehuurd. Die hebben hier prachtige dingen ontworpen en gebouwd. Maar vaak werd er pas in de laatste fase aan de beheersbaarheid gedacht. Dat heeft er wel eens toe geleid dat er verkeerde bomen zijn aangeplant. Of neem de herstructureringsgebieden. Daar bleek ook de riolering aan het einde van zijn capaciteit te zitten. Dat hebben we dus integraal en tegelijkertijd aangepakt.”

Mentaliteit

Wat De Kok echt waardevol en leerzaam vond waren de overlegstructuren met buurgemeenten. Zo was er periodiek overleg met vakgenoten binnen het SRE-gebied en nog steeds binnen de Peel. “De B5, het samenwerkingsverband van de vijf grootste steden in Brabant binnen het 
kennisnetwerk CROW Levende Stad, tegenwoordig aangevuld met Oss en Roosendaal, is een prettige club. Daar zit je toch met mensen met dezelfde mentalitei
t, mensen van de werkvloer ook. Iedereen weet van elkaar waar die het over heeft. We maakten daar benchmarks tussen de verschillende steden. En hoewel daar in het begin nog wel eens argwanend naar werd gekeken werkte het in B5 verband erg goed. Zeker in tijden van bezuinigen helpt het als je raadsleden of wethouders met steekhoudende argumenten uit vergelijkbare gemeenten kunt overtuigen waarom er ergens echt geld bij moet, of waarom er ergens niet meer op bezuinigd kán worden.”

Extra middelen

Ook aan de samenwerking CROW heeft De Kok goede herinneringen. “Ik kijk daar met tevredenheid op terug. Het is een goed kennisinstituut  met hele goed netwerkmogelijkheden. Ik heb ook veel van mijn medewerkers naar themabijeenkomsten gestuurd. Met Helmond waren we een deelnemer in Stadspoort. Daarin werkten we samen beleidsplannen uit. Leerden we van elkaar. Maar wat mij betreft ging dat toch wat te traag. We haalden er te weinig uit. Het bleef vaak toch beperkt tot bestekken. De echte uitwisseling bleef uit. Terwijl dat zeker in een beleidsarme periode een welkome toevoeging kan zijn. De insteek was goed en de achterliggende gedachte ook. Maar in de praktijk leverde het ons te weinig op. Ik beperkte me daarom toch vaak tot de B5. Zoals ik net al schetste bood dat overleg vaak de mogelijkheid om de gemeenteraad ervan te overtuigen wat de consequenties zijn van bezuinigingen of dat er toch nog extra middelen vrijgemaakt moesten worden.” 

Duurzaamheid

De grootste verandering met 37 jaar geleden ziet De Kok in hoe er tegenwoordig wordt omgegaan met duurzaamheid. “Dat is echt ten goede gekeerd. Er is tegenwoordig veel meer aandacht voor goede, mooie en duurzame materialen. Nieuwe techniek maakt dat bijvoorbeeld een rioleringsnet veel langer mee kan dan vroeger. En dat moet ook. Want met de enorm toegenomen verkeersdrukte moet je veel beter nadenken over onderhoud aan wegen. Even een weg afsluiten voor groot onderhoud heeft veel meer gevolgen voor het omliggende wegennet dan vroeger. Dat vraagt om een betere planning en om langduriger oplossingen. Om een integrale visie dus.”

Armand Landman

 

Ton, Bedankt - Naschrift CROW Levende Stad

Ton de Kok mag gaan genieten van zijn pensioen. Ton was altijd de rustige, kritische, maar vooral meedenkende factor in de samenwerking met CROW, en met CROW Levende Stad in het bijzonder. Ton gaf duidelijk zijn mening, ook als die afwijkend was, en stelde CROW regelmatig kritische vragen. Maar wist ook met zijn humor en gevatheid iedereen alert te houden. De samenwerking was misschien juist daarom wel heel bijzonder en waardevol, omdat we met eerlijkheid, gedrevenheid en passie elkaar versterkten. We zullen een trouwe deelnemer aan de B5+-regiobijeenkomsten van het kennisnetwerk CROW Levende Stad gaan missen.

Ton, we wensen jou heel veel leuke nieuwe activiteiten en mooie jaren toe na afsluiting van je actieve werk carrière.
 
Graag tot ziens!

Het coördinatieteam van CROW Levende Stad,
Elsa Louwerse, Mark van Gurp, Barbara Hasselaar, Harro Verhoeven en Ineke Westerbroek

Delen via