Rechtsbescherming bij het aanbesteden heeft in het kort gezegd als doel, inschrijvers de mogelijkheid te bieden om naar de rechter te stappen als zij het niet eens zijn met bepaalde keuzes of beslissingen van de aanbestedende dienst.
Rechtsbescherming en aanbesteden, dat klinkt niet alleen juridisch, dat is het ook! Het is zeker een belangrijk onderwerp, we hebben in Nederland zelfs een minister voor rechtsbescherming.
Rechtsbescherming bij het aanbesteden heeft in het kort gezegd als doel, inschrijvers de mogelijkheid te bieden om naar de rechter te stappen als zij het niet eens zijn met bepaalde keuzes of beslissingen van de aanbestedende dienst.
Over het algemeen zit zowel een aanbesteder als een inschrijver niet te wachten op een rechtszaak. Toch is rechtsbescherming zeker van belang. Bijvoorbeeld wanneer je als tweede inschrijver eindigt en het niet eens bent met de gunningsbeslissing van de aanbesteder. De voorgeschreven opschortende termijn van twintig dagen (ook vaak Alcatel termijn genoemd) biedt dan de mogelijkheid om naar de rechter te stappen, om daar de beslissing van de aanbestedende dienst aan te vechten.
Rechtsbescherming is er dus, zoals in het genoemde voorbeeld, vóór het sluiten van de overeenkomst maar is er ook daarna. Bijvoorbeeld wanneer een aanbesteding plichtige opdracht één op één wordt gegund. Een ondernemer kan in een dergelijk geval naar de rechter stappen en de rechter kan de onrechtmatig gesloten overeenkomst dan ontbinden. De aanbesteder zal de betreffende opdracht dan netjes conform de vereiste procedure moeten aanbesteden.
Rechtsbescherming biedt de inschrijvers verschillende mogelijkheden. Denk aan: een kort geding, hoger beroep en een bodemprocedure. Met de invoering van de Aanbestedingswet 2012 is er met de zogenaamde ‘klachtenregeling’ de mogelijkheid gekomen om een klacht in te dienen bij het klachtenloket van de betreffende aanbestedende diens of bij de landelijke Commissie van Aanbestedingsexperts. Diverse mogelijkheden dus tijdens en na het aanbestedingsproces.
Rechtsbescherming zoekt de balans tussen enerzijds de belangen van de markt (de benadeelde inschrijver) en anderzijds de belangen van een aanbesteder (zo snel en eenvoudig mogelijk komen tot het contract).
Ondanks de vele mogelijkheden zijn er ook kritische geluiden te horen met betrekking tot bijvoorbeeld de snelheid en kwaliteit van uitspraken bij geschillen. Hoe diepgaand wordt er bijvoorbeeld getoetst, en is er überhaupt wel voldoende tijd voor een diepgaande toetsing?
In dit kader is het ook interessant om te kijken naar de kans van slagen van een rechtszaak. Want je kunt als inschrijver wel vinden dat je gelijk hebt, maar krijg je ook gelijk? Kijken we naar de statistieken dan zien we dat deze by far in het voordeel zijn van de aanbestedende diensten.
Daarom mijn vraag: kan het beter?
En zo ja, waar is de meeste winst te behalen? Zit die in regels of systemen? Hebben we een aanbestedingspolitie of iets dergelijks nodig of heeft het huidige systeem voldoende zelfcorrigerend vermogen?
Ik hoor graag uw ideeën en voorstellen!
Delen via