Sla navigatie over

Andere risicobenadering: hoe eerder hoe beter

18 november 2015

Collega Walter Suy reageert op het Cobouw-artikel 'UAVgc moet volledig op de schop'.

In Cobouw van 29 oktober constateert Gerrit-Jan van de Pol onder de kop ‘UAVgc moet volledig op de schop’ dat de risicoverdeling bij geïntegreerde contracten volledig is scheefgegroeid. CROW onderschrijft die constatering. Hoewel er plannen zijn om in 2016 een (lichte) herziening van de UAVgc op te pakken, is het de vraag of een ‘nieuwe’ UAVgc dat probleem oplost.

Van de Pol, directeur van GMB, pleit in het artikel ook niet direct voor een herziening van de UAVgc, maar veeleer voor een herijking van de manier waarop de sector met risico’s omgaat. En inderdaad komen er nog (te) veel contracten op de markt die bol staan van de risico’s. Dat zou nog te hanteren zijn als er afdoende informatie beschikbaar is om die risico’s in te schatten.
 

Een inschrijver heeft dan in ieder geval de mogelijkheid om de risico’s (of liever nog de beheersmaatregelen daarvoor) in te prijzen. Die informatie ontbreekt echter nogal eens. En in die gevallen heeft inschrijven op een project wel iets weg van een tombola. Ook al zou je risico’s anders willen verdelen, je moet ze dan wel kennen.

Projectspecifieke risicoverdeling

Of het nu gaat om bekende of onbekende risico’s: de UAVgc verzet zich geenszins tegen het opnemen van regelingen daaromtrent in het contract. Sterker nog, de mogelijkheden om risico’s bij de partij te beleggen die deze het beste kan hanteren, zijn altijd gepresenteerd als één van de sterke punten van de UAVgc. CROW pleit ervoor om met dat doel een annex op te nemen die toeziet op een projectspecifieke risicoverdeling. Er is ook instrumentarium voorhanden om dat te doen. Denk bijvoorbeeld aan de CUR-aanbeveling ‘Risicoverdeling Geotechniek’, waarvan de bruikbaarheid verder gaat dan enkel geotechniek, of aan CROW-publicatie 137 ‘Standaardsystematiek kostenramingen’. De praktijk leert echter dat dit niet vaak gebeurt. Een gemiste kans.
 

Gezien de ruimte die de UAVgc biedt en het (gebrek aan) gebruik dat ervan wordt gemaakt, is het te kort door de bocht om te denken dat een aanpassing van de UAVgc het gedrag ingrijpend zal wijzigen. Daarvoor is meer nodig. Het pleidooi van Van de Pol is daar ook op gericht. Hij ziet als oplossingsrichting een Proportionaliteitsgids Risico’s, die onder de vlag van een soort Regieraad tot stand komt.

Platform

Een verdere verkenning zal moeten uitwijzen of dit ook de route zal worden. Maar het is wel zeker dat een dergelijke omslag alleen kans van slagen heeft als die gedragen wordt door een platform dat binnen de sector gewicht in de schaal legt.
 

Mét Van de Pol constateren we ook bij CROW dat er beweging zit in de manier waarop marktpartijen met elkaar om gaan. Zijn signaal is er één van meerdere. Los van de roep om een ommezwaai in risicobenadering, tekent zich de behoefte af om op onderdelen de UAVgc aan te passen. Als beheerder van de UAVgc geeft CROW daar uiteraard graag gehoor aan. Maar ook daar stopt de beweging niet. Zo is de belangstelling voor hybride contracten of voor best value procurement (BVP) eveneens een uiting van de verschuiving naar andere vormen van samenwerking. Allemaal initiatieven die moeten leiden tot nieuwe ‘omgangsvormen’ in de bouw. Het is jammer dat het ontbreekt aan enige coördinatie, al was het alleen maar uit oogpunt van een onderlinge afstemming, zowel ten aanzien van inhoud als van timing.
 

Kortom, een andere risicobenadering? Wat CROW betreft graag! Hoe eerder hoe beter. Maar dan ook graag in de juiste volgorde. Eerst een door de sector gedragen aanpak en als naar aanleiding daarvan de UAVgc ‘op de schop’ moet, dan zijn we daar klaar voor. Wie doet mee?
 

Walter Suy
projectmanager Contracteren
walter.suy@crow.nl


Dit opiniestuk verscheen eerder in Cobouw.

Delen via