Sla navigatie over

Het kantoor van CROW is gesloten vanaf woensdag 24 december t/m vrijdag 2 januari. Lees meer

Flexvervoer in Denemarken

Publieke mobiliteit vraagt om minder experimenten en meer regie

13 december 2025

Thema Deelmobiliteit

Thema Doelgroepen- en flexvervoer

Nog een pilot? Nee, die fase zijn we voorbij. De boodschap tijdens het Kenniscafé Publieke Mobiliteit op 4 december in La Vie, Utrecht is helder: het is tijd om te kiezen voor bredere samenwerking en te investeren in duurzame, langlopende publiekemobiliteitssystemen. Die wens blijkt opvallend breed gedragen onder de aanwezigen.

CROW houdt de tweede editie samen met het netwerk Publieke mobiliteit en brengt een diverse groep professionals bijeen. In drie presentaties komen voorbeelden uit Denemarken, Flevoland en Groningen-Drenthe aan bod, elk met hun eigen lessen over integrale mobiliteit.

Eén landelijk flexsysteem in Denemarken – Daan Stevens

Daan Stevens (Forseti) opent de bijeenkomst met een overzicht van het Deense systeem. Sinds 2007 werken zes regionale ov-autoriteiten onder de nationale wetgeving voor openbaar vervoer. In Denemarken zijn alle busdiensten aanbesteed en er is een landelijk systeem voor flexvervoer: FlexDanmark.

Daan vertelt dat Denemarken al jaren werkt met één technische en organisatorische structuur, waarin vast ov, flexvervoer en doelgroepenvervoer samenkomen, terwijl Nederland is blijven steken in beleidsambities, pilots en een gefragmenteerd IT-landschap.

Presentatie Daan Stevens

Centrale rol gemeenten

In Aalborg, waar Forseti met een delegatie op bezoek was, speelt de gemeente een centrale rol. De ov-autoriteit ontwerpt het netwerk, maar de gemeente bestelt en financiert de lokale buslijnen, het flexvervoer en het doelgroepenvervoer. Die combinatie zorgt ervoor dat ov-ontwerp en gebiedsontwikkeling direct op elkaar aansluiten.

FlexDanmark vormt het hart van het Deense model. Het systeem verzorgt ritoptimalisatie, dataverwerking, facturatie, backoffice-activiteiten en de verbinding met andere digitale systemen zoals Rejseplanen, de Deense reisplanner. In feite bundelt FlexDanmark diensten: van Wmo-achtig vervoer tot medisch vervoer, groepstransport en vrij flexvervoer.

Inspiratie voor Nederland

Volgens Daan is FlexDanmark efficiënt omdat alle ritten op één punt binnenkomen. Het ritvolume nam de afgelopen twintig jaar sterk toe, terwijl de kosten stabiliseerden. Schaalgrootte en uniformiteit dragen bij aan een goed functionerend systeem.

Daarnaast doet Denemaken aan carpooling. Dit onderdeel maakt deel uit van publieke mobiliteit. Carpoolritten verschijnen in de reisplanner en kunnen concurreren met een flexrit. Bedrijven als LEGO stimuleren hun werknemers om mee te doen, bijvoorbeeld met een financiële prikkel van twee euro per rit. Carpooling geldt als een goedkope en flexibele aanvulling op het ov en het flexvervoer.

Tot slot werkt Denemarken met ongeveer 120 hubs, waar je kunt overstappen tussen openbaar vervoer en flexvervoer. De hubs zijn opgenomen in de reisplanner en volgens Daan een belangrijke factor in een dekkend vervoernet.

De presentatie en vragen uit de zaal maken duidelijk dat Nederland technisch nog niet zo ver is. De verschillen tussen landelijke planners, regionale systemen en aanbestedingsvormen maken integratie ingewikkeld. Volgens Daan is langdurige inzet op één systeem nodig, in plaats van steeds weer nieuwe pilots.

Download hier de presentatie van Daan

Twintig jaar flexvervoer in Flevoland – Reinder Aukes

Na Denemarken volgt de presentatie van Reinder Aukes van de provincie Flevoland over FlexRRReis in Flevoland. Hij kijkt terug op de afgelopen twintig jaar waarin Flevoland werkte met MobiMax, Regiotaxi en andere vormen van doelgroepenvervoer. Deze systemen werden in de praktijk breder gebruikt dan bedoeld. "We zagen al snel dat ook reguliere ov-reizigers dit vervoer gebruikten", zegt Reinder.

Rond 2016 wordt het systeem te duur. De provincie introduceert een regiecentrale om ritten beter te verdelen en kosten te beperken. Dit werkt deels, maar er ontstaan ook nieuwe problemen. Chauffeurs staan geregeld stil omdat ritten niet goed zijn te combineren en gemeenten krijgen te maken met kostenverschillen. Daarom kiest Flevoland voor een eenvoudiger model. Gemeenten gaan betalen via een vaste verdeelsleutel op basis van het inwoneraantal. Dat brengt rust, volgens Reinder.

Presentatie Reinder Aukes

FlexRRReis: een kernnet met flex als aanvulling

Het huidige FlexRRReis werkt met een kernnet van sterke ov-lijnen, aangevuld met flexvervoer dat reizigers naar hubs brengt. Flevoland werkt toe naar één geïntegreerd systeem waarin vraaggestuurd vervoer, doelgroepenvervoer en regulier ov elkaar aanvullen. De ambitie is om flexvervoer beter zichtbaar te krijgen in reisplanners. Volgens Reinder is dit technisch lastig, omdat planners zoals 9292 werken met statische data, terwijl flexvervoer afhankelijk is van beschikbaarheid op een bepaald moment.

Reinder schat dat het gebruik van flexvervoer zo'n 25 procent gaat toenemen. Deze groei vraagt om verdere standaardisatie en betere digitalisering. De provincie werkt aan integratie van deelfietsen en deelauto’s in de keten. Het uiteindelijke doel is een systeem waarin reizigers soepel kunnen overstappen tussen verschillende vormen van vervoer en daarbij gebruikmaken van één app.

Van pilots naar structurele ontwikkeling

In Flevoland ligt de nadruk op praktische uitvoering. En de provincie wil niet langer afhankelijk zijn van tijdelijke pilots. De inzet is: langdurig ontwikkelen, testen en implementeren. Daarmee sluit zijn verhaal aan bij de les uit Denemarken: stabiliteit in organisatie en techniek is de sleutel naar succes.

Download hier de presentatie van Reinder

Publieke mobiliteit in Groningen en Drenthe – Erwin Stoker

Het derde deel van het kenniscafé staat in het teken van Groningen en Drenthe. Erwin Stoker van het OV-bureau Groningen Drenthe laat zien hoe publieke mobiliteit in het Noorden is georganiseerd. Het OV-bureau is opdrachtgever voor het openbaar busvervoer in beide provincies en werkt sinds 2006 aan één samenhangend netwerk.

Het netwerk bestaat uit verschillende lagen: hoogwaardige verbindingen, zoals Q-link en Qliner, basislijnen en aanvullende diensten. Deze structuur ligt vast voor langere tijd. Sommige verbindingen bestaan al meer dan twintig jaar. Dat biedt duidelijkheid voor reizigers en voor gemeenten.

Presentatie Erwin Stoker

Volgens Erwin zit ongeveer de helft van de inwoners binnen 400 meter van een ov-lijn die altijd rijdt. Binnen twee kilometer woont vrijwel iedereen in de buurt van openbaar vervoer, op werkdagen dan. Voor gebieden waar dat niet zo is, is er aanvullend vervoer. Dit vormt het vangnet van het systeem.

Netwerk van hubs en Hubtaxi

De kern van de aanpak in Groningen en Drenthe is het netwerk van hubs, waar verschillende vervoervormen samenkomen. Bus, trein, fiets, deelmobiliteit en taxi sluiten daar op elkaar aan. Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zoals woningbouw en voorzieningen worden in de regio zoveel mogelijk rond bestaande hubs gepland.

Een belangrijk onderdeel van dit systeem is de Hubtaxi. Deze bestaat sinds 2018 en fungeert als vraaggestuurd vervoer voor mensen die verder van het vaste ov-netwerk wonen. Reizigers kunnen van deur naar hub reizen voor een tarief dat gelijk is aan het ov-tarief. Dat actietarief geldt al meerdere jaren. Voor deur-tot-deurritten geldt een hoger tarief. Deze vorm wordt minder gebruikt, minder dan 10% van de ritten.

De Hubtaxi is nadrukkelijk bedoeld als vangnet. Betalen gaat met pin. Ov-abonnementen en de OV-chipkaart zijn niet geldig. Ritten moeten vooraf telefonisch worden geboekt. Dat maakt het systeem wat omslachtig, maar wel betrouwbaar. Het gebruik van de Hubtaxi is de afgelopen jaren gegroeid tot meer dan 4.000 ritten per maand.

Tegenover jaarlijks 40.000 hubtaxiritten staan ongeveer 800.000 Wmo-ritten en 1,3 miljoen ritten in het leerlingenvervoer. Daarmee blijft de Hubtaxi relatief klein, maar functioneel. Het is geen vervanging van doelgroepenvervoer, maar een aanvulling op het netwerk.

Gemeenschappelijke regeling

Vanaf 1 april 2018 werken de gemeenten in Groningen en Drenthe samen in de gemeenschappelijke regeling Publiek Vervoer Groningen Drenthe. Deze organisatie contracteert en beheert Wmo-vervoer, leerlingenvervoer, de Hubtaxi en buurtbussen. Opvallend is dat er bewust geen regiecentrale is ingericht. In plaats daarvan is er ruimte om ritten uit te wisselen tussen vervoerders en over contractgrenzen heen te rijden. Contractmanagement en klachtenafhandeling zijn uniform geregeld. Voertuigen hebben één herkenbare uitstraling die bijdraagt aan het vertrouwen bij de reizigers.

Combinatie regulier ov en doelgroepenvervoer

Een belangrijk onderdeel van de presentatie gaat over het combineren van openbaar vervoer en doelgroepenvervoer. Erwin gaat terug naar een pilot in 2007, waarin Wmo-reizigers gebruikmaakten van een reguliere buslijn. Dagelijks reisden twintig Wmo-reizigers mensen mee. Tien reisden daarvoor met de taxi en tien reisden eerder niet. De besparing bedroeg ongeveer 320 euro per dag, wat neerkwam op ongeveer een ton per jaar.

Meer recent is het leerlingenvervoer gedeeltelijk overgegaan naar het ov. Begeleiding speelde daarbij een grote rol. Leerlingen leren omgaan met de bus en krijgen vertrouwen in zelfstandig reizen. In korte filmpjes wordt duidelijk hoe goed dit is voor de zelfredzaamheid. Inclusief reizen is dus mogelijk, maar vergt wel een goede voorbereiding.

Ook de minima komen aan bod. Met initiatieven als de Meedoen-pas krijgen mensen met een laag inkomen toegang tot het ov. Deze maatregelen staan los van de aanbestedingen en zijn bedoeld om de participatie te vergroten.

Nationale samenhang

Aan het einde van zijn presentatie stipt Erwin nog enkele onderwerpen aan: uniform indicatiebeleid, het ravijnjaar 2026 en landelijke afstemming tussen ministeries. Ook is hij voorstander van één landelijke reisplanner, maar die lijkt nog ver weg.

Download hier de presentatie van Erwin Stoker

Afsluiting en vervolg

Het kenniscafé maakt duidelijk zichtbaar dat publieke mobiliteit niet begint bij nieuwe diensten, maar bij heldere keuzes over structuur, samenwerking en continuïteit. Veel regio’s worstelen met vergelijkbare dilemma’s, blijkt uit de gesprekken tijdens de lunch. De verschillen zitten vooral in tempo, schaal en bestuurlijke context.

Net als de eerste editie op 22 september valt ook dit tweede kenniscafé Publieke Mobiliteit in de smaak, laat de evaluatie zien. Deelnemers geven de bijeenkomst gemiddeld een 8,3. Dat smaakt zeker meer, zegt Marcel Sloot van CROW. Hij heeft al een volgend kenniscafé gepland: op 12 maart 2026. Die datum kan dus alvast in de agenda.

Lunch tijdens kenniscafé

Meer lezen

Delen via