Redactie
Lopend over het fietspad bij Marsdijk kijken Jorrit en Harjo bewapend met tablet en een rol rood-wit lint omhoog langs de stammen van de eiken. Ze zijn op zoek naar nesten van de eikenprocessierups.
Aanvankelijk vinden ze niets. Maar Harjo, voorman bij de gemeentelijke groenploeg Marsdijk, spot daar toch ineens een nest. “Kijk, dat spinnenwebje ter grootte van een tennisbal. Nesten van eikenprocessierupsen kunnen zich heel vaak achter of onder vogelkastjes verschuilen of onder een afsplitsing van een tak, maar ook onderaan de stam. Dus je moet de hele boom af gaan.” Jorrit, ook voorman van een groenploeg, pakt de tablet waar in een app eiken in gemeente Assen zijn aangegeven. Hij markeert de eik met een ‘gemiddelde plaagdruk’. Zo kan de aannemer, die ook de app kan inzien, de eik vinden om het nest met speciale apparatuur weg te zuigen. De eik krijgt een rood-wit lint om z’n stam als waarschuwing er niet te dichtbij te komen.Pas op die haartjes
Jorrit: “Eikenprocessierupsen, herkenbaar aan hun vele haartjes, kunnen deze haartjes heel snel los laten. Dat doen ze als ze zich bedreigt voelen. Je kunt maar beter weg blijven van die rupsen, want die haartjes jeuken heel erg en was je niet zomaar weg met wat water. De nesten in eiken op locaties waar veel mensen komen zoals scholen, winkelcentra, speelveldjes en sportvelden, hebben we daarom al laten weghalen.” Toch besteden de groenploegen vanaf mei gemiddeld zo’n twee uur per week aan het opsporen van de nesten. De inventarisatie maakt onderdeel uit van hun gebruikelijke onderhoudsronde van het groen.Delen via